maandag 13 augustus 2007

Op donderdag gingen we met Drolma op weg naar de Panda's, naar het Wolong reservaat. Na een lange rit door een nat berglandschap, langs wegen die hier en daar voornamelijk uit kuilen bestonden, kwamen we bij het centrum aan waar de panda's gefokt worden. In het eigenlijke reservaat worden geen mensen toegelaten. De dieren, waarvan er totaal nog zo'n duizend op de wereld zijn, waren heel aandoenlijk, zoals ze hun bamboe zaten op te peuzelen, met elkaar speelden. We zagen ook hoe een zuigeling zo klein als een vuist de fles kreeg.
































We sliepen in het hotel van het dorpje vlak bij het reservaat. Met Liesbeth maakte ik nog een wandeling door het dorpje, waar werkelijk niets te beleven was. We overwogen nog om in plaatselijk restaurant te eten, maar het hotel leek toch veiliger. Daar hief ik nog het glas met een Chinees die al veel te veel op had, toegejuicht door zijn vrienden aan de tafel.














De volgende dag gingen we de hele lange weg weer terug de berg naar beneden, inclusief de dertig kilometer compleet opgebroken weg, waar de auto meer dan een uur over deed. Maar uiteindelijk kwamen weer enigszins in de bewoonde wereld, op weg naar de Taoistische berg Qingcheng. Het was een beetje een kermis met duizenden Chinezen die dezelfde berg aan het beklimmen waren, maar hoe hoger we kwamen op deze 2000 meter hoge beklimming - inclusief een lange en steile kabelbaan, hoe minder vol het werd. Drolma kon ons veel vertellen, soms in erg omslachtige verhalen, waar de kern niet altijd meteen duidelijk was, maar toch altijd interessant. De kern van het Taoisme is de speurtocht naar lang leven, begrepen we, terwijl we van tempel naar tempel liepen, terwijl het af en toe regende en we van de paraplu's gebruik maakten die we van het hotel geleend hadden.





































Het hotel had iets Japans, een geheel van gebouwen achter elkaar met gangen ertussen, veel donker houtwerk, een vijver met Lotus erachter.

Na het Taoisme was het Boeddhisme aan de beurt. Op zaterdag reden we weer door allerlei rommelige dorpen, via rijstvelden tussen de heuvels naar de provinciestad Leshan gelegen aan een van de armen van een rivier waarvan ik nu de naam alweer kwijt ben. De grootste Boeddha van China, of misschien wel van de wereld, trok een beetje teveel Chinezen naar onze smaak. Het lukte niet om via de trappen langs de Boeddha naar beneden te lopen. Daar stond een wachtrij van naar schatting 2 uur. We stelden ons tevreden met het uitzicht op zijn hoofd en vandaar een zich op zijn handen. Daarnaast keken we in de tempel rond, leerden van Drolma het nodige over het Boeddhisme - het was duidelijk dat zij veel positiever over dit geloof was dan over het in haar ogen oppervlakkige Taoisme. Maar van een Tibetaanse verwachtte ik niet anders.





































Na deze excursie besloten we in Leshan hotpot te gaan eten. Drolma hielp ons door een briefje te schrijven met de voornaamste termen erop, waaronder een uitdrukking voor 'half-half": de helft van de saus scherp en de andere helf (in een pot binnen de pot) niet scherp. Nou, als ze daar in Sichuan scherp zeggen dan is het ook scherp! De scherpe bouillon bestond voor de helft uit rode en zwarte peper. We maakten er samen een gezellige bende van. En met het bier inbegrepen kostte dit festijn ons omgerekend minder dan 15 euro...

Na het eten maakten we nog een wandeling door Leshan. Langs de boulevard bij de rivier waanden we ons in een Zuid-Europees land, met al die flanerende mensen onder de palmbomen. Maar toen we luisterden naar volkszang onder leiding van een plaatselijke muziekjuf, ondersteund door de tekst + noten op een overheadprojector, wisten we zeker dat we in China waren.
















Zondag werd een heel lange rit naar Dazu, waar we de Boeddhistische beeldhouwwerken wilden bekijken die mensen daar 100 jaar geleden in de rotsen hadden gehouwen. Omdat de snelste weg bijna 150 km omrijden zou betekenen, reden we de kortste weg, die voor de helft uit compleet kapot gereden wegen bestond zonder herkenbare bestrating. Regelmatig kwamen we door dorpen die zo armoedig waren dat je ze eerder in Afrika zou verwachten. Langs de kant van de weg allerlei primitieve winkeltjes, mensen die aan het werk waren, kinderen, honden, hopen afval, hokken met kippen. We zagen mannen lopen met een soort mand waarin een dood varken lag, waren getuige van de gevolgen van een verkeersongeluk, waar een driewieler met varkens nu geen voorruit meer had en de eigenaar beteuterd achter het stuur zat.















Na deze eindeloze rit kwamen we eindelijk in Dazu, een naar Chinese begrippen kleine stad. Hier aten we in een klein maar redelijk goed restaurant. Daarna moesten we wachten op een extra gids. Drolma was in deze provincie niet meer bevoegd om voor gids te spelen. Zelf was ze ook nog nooit bij de beeldhouwwerken van Dazu geweest. Toen de gids er was, moesten we met een elektrisch treintje naar het terrein van de sculpturen toe. Daar begon de uitleg van onze gids, die zo beroerd Engels sprak dat we tussen 20% en 50% konden verstaan, afhankelijk van onze ervaring met slecht Engels sprekende Chinezen. Maar de beeldhouwwerken waren heel interessant. Het park was rustig. Ondanks het feit dat het weekend was, werd het park niet overspoeld door duizenden Chinezen zoals de vorige twee bezienswaardigheden. Dazu lag tever van de grote weg af.
















Het landschap rondom Dazu had wel iets van Zuid-Europa, Italië misschien. Ons hotel was een groot hotel met een te grote lobby, in de stijl waarin veel te veel in China is gebouwd. In de hal rook het muf naar vocht. De protserige kroonluchters, de leren fauteuils, het vele nepgoud en de foto's van beroemdheden die ooit op bezoek waren geweest (Hu Jintao bijvoorbeeld) konden de tekenen van verval en de beginnende betonrot niet verhullen.

Na de excursie greep de Chinese hiërarchie in onze vakantie in: Drolma kreeg van haar organisatie te horen dat zij ons niet verder mocht begeleiden; een gids uit de provicie Chongqing moest het overnemen. Zij had al bij het hotel ingecheckt, maar dit moest ongedaan worden gemaakt. Ze vond het zelf niet leuk, maar bevel is nu eenmaal bevel in dit land. We moesten dus afscheid gaan nemen van deze vrouw die zich zo soepel in ons gezin had ingevoegd. Jammer.

's Avonds wandelen we door het stadje. We kochten ergens kartonnen bekers met noedels, bier en fruit. We aten op een van de hotelkamers.















Maandag om tien uur 's morgens stond onze nieuwe gids, deze keer een jonge man, in het hotel. Met een veel te grote bus werden we naar Chongqing gereden, waar we rond één uur aankwamen. Inderdaad een grote stad, zoals ik verwacht had, maar veel aangenamer dan ik dacht. De bergachtige omgeving bleef tot redelijk dicht bij de stad schilderachtig en de vooral in hoogbouw opgetrokken wijken zagen er modern uit. Het hotel was prima. En we hadden weer internet.




















Met de monorail (轻轨) gingen we richting centrum, zo'n 7 kilometer van het hotel. We stapten wat te vroeg uit en in deze stad met grote hoogteverschillen was het lastig om de weg naar het echte centrum te vinden. We namen twee taxis en voor 5 yuan elk (een halve euro dus) stonden we op een gegeven moment vlak bij het vrijheidsmonument dat nu een beetje zielig tussen de wolkenkrabbers staat. We besloten bij de exclusieve pizzeria 'Amalfi' te gaan eten, waar we inderdaad pizza's kregen die ermee door konden.

Daarna gingen we naar de grote Xinhua (新华) boekhandel, waar zoals in veel boekwinkels in China tientallen mensen op de grond zaten te lezen. We kochten er de Chinese Harry Potter - het eerste deel - , om toe te voegen aan de collectie, boeken voor de HSK test, en een verzameling DVD's en Video CD's.

Adriaan voelde zich niet helemaal goed. Daarom gingen we wat eerder terug naar het hotel. Liesbeth, Evert en ik zijn later nog even terug gegaan naar het centrum om bij McDonalds te eten. Ik ben de enige die geen problemen heeft met Chinees eten - ik ontbijt zelfs Chinees -, maar de anderen kunnen het eten echt niet meer zien.

(wordt vervolgd)


1 opmerking:

  1. Mooi verslag, benieuwd naar het vervolg. Veel plezier nog met bijkomen in Shanghai. En alvast een goeie terugreis. Groetjes voor allemaal.
    Peter, Miekel, Flores, Sabien, Cato (net terug uit Zweden)

    BeantwoordenVerwijderen